Naast het werk in het ziekenhuis zijn we de afgelopen weken regelmatig op bezoek geweest in het zigeunerkamp. Naast de stad Vinogradiv waar ik woon ligt Pidvinogradiv. Hier ligt een groot zigeunerkamp waar veel van “onze” kinderen in het ziekenhuis vandaan komen. Eén van deze kinderen is Larissa. Ze heeft vorig jaar een tijdje bij ons in het ziekenhuis gelegen en zo hebben we haar moeder leren kennen. Haar moeder kwam elke dag langs om bij Larissa te zijn en bleef dan het liefst de hele dag. Dit heeft indruk op ons gemaakt omdat dat meestal niet gebeurt. Als je zoveel van je kind houdt waarom laat je haar dan niet gewoon thuis wonen?
Al snel bleek dat de leefomstandigheden verre van ideaal waren voor een baby. Het huisje waarin ze wonen zou in Nederland al niet voldoen als schuurtje om je fietsen in te stallen.
Larissa is daarom eerst een paar maanden naar het kindertehuis geweest, zodat ze de koude winter niet in dit huisje zou hoeven wonen. Afgelopen zomer is ze naar huis gekomen. Haar moeder is nog steeds gek op haar en zorgt goed voor haar, maar de omstandigheden zijn niet verbeterd en daarom hebben ze ons om hulp gevraagd om het huisje wat op te knappen. Inmiddels was er ook al een tweede dochter die bij ons in het ziekenhuis lag. Omdat we uiteindelijk natuurlijk het liefst willen dat de kinderen bij hun eigen ouders op kunnen groeien hebben we besloten ons in het zetten om het huisje te verbeteren. Inmiddels moet ik eerlijk zeggen dat ik af en toe spijt heb van die beslissing. Nog steeds vind ik dat het hard nodig is en wil ik ze heel graag helpen, maar ik zit ook regelmatig met mijn handen in het haar omdat ik niet goed weet hoe. Het geld is het probleem niet, dankzij de opbrengst van de collecte op de bruiloft van mijn broer hebben we voldoende hiervoor. Maar hulp geven op een zigeunerkamp is moeilijker dan je denkt. Helemaal als je de taal niet volledig beheerst en je zelf geen verstand hebt van huizen bouwen.
In eerste instantie was de vraag alleen of we materiaal wilden kopen om het huis beter te isoleren en werkers wilden betalen om het te installeren. Dat hebben we gedaan en het huisje knapte er van op. Als je binnen zat kon je in ieder geval niet meer de wind voelen waaien door alle kieren. En de warmte van het kleine kacheltje bleef nog enigszins binnen hangen. Maar toen bleek het dak te lekken als het hard regent, bleek het huisje heen en weer te gaan als het hard waait, bleken er ratten aan het hout te knagen, bleek de deur niet goed te sluiten, bleek er geen raam meer in de deur te zitten. Tja en als je eenmaal begint wil je er ook mee verder. Maar hoe knap je een huisje op dat al in zo’n slechte staat is, of beter gezegd, nooit in een goede staat geweest is.. En de mensen op het kamp die allemaal advies geven, hebben die er ook echt verstand van of zeggen ze maar wat, naar wie moet je luisteren? Bovendien moet je rekening gaan houden met de invloed van de rest van het kamp. Nadat we de eerste keer het materiaal gekocht hadden kregen ze gelijk te maken met negatieve reacties van andere mensen. Hoe meer je hen gaat helpen, hoe meer ze gepest gaan worden vanuit jaloezie. Ook kennen we de regels en omgangsvormen binnen het kamp niet.
Als je over het kamp loopt kijk je je ogen uit. Loop je eerst nog in een straatje met hutjes, overal afval en vieze en half naakte kinderen op straat, je hoeft maar de hoek om te slaan en je staat opeens in een straat met letterlijk paleizen. Echt huizen zoals ik die nog nooit heb gezien. En vrouwen met de meest prachtige jurken, kinderen met kronen op hun hoofd, mannen in dure auto’s. Hoe komen die mensen zo rijk en die anderen zo arm? Wat gaat hier zo ontzettend fout? Er gaan zoveel verhalen de ronde, maar na drie jaar hier wonen weet ik nog steeds niet hoe het precies zit, wie er gelijk heeft en wie niet. De overheid betaalt bijvoorbeeld geld aan alleenstaande moeders om voor hun kinderen te zorgen. Veel zigeuner moeders zouden dus best wat geld moeten hebben als je bedenkt dat de meeste wel zo’n 7 kinderen hebben. Zelfs de moeder van Larissa die in dat kleine schuurtje woont zou best wat geld moeten hebben met twee kinderen. En toch gaat ze elke dag de afvalbakken langs om eten te zoeken. Ze zegt dat ze het pasje waarmee ze de kinderbijslag kan ontvangen aan iemand anders heeft gegeven toen ze de rekening van de elektriciteit ooit moest betalen. En nu krijgt iemand anders dus haar geld. Maar hoe zit het dan als die mensen horen dat ze nu hulp van buitenlanders krijgt? Wordt dan opeens haar elektriciteit rekening een stuk hoger, omdat die mensen ook van de hulp mee willen profiteren? Dit soort verhalen horen we vaak en hebben we ook eerder meegemaakt. Is het wel mogelijk iemand echt te helpen als er zoveel factoren meespelen? Het liefst zouden we een heel nieuw huisje laten bouwen, maar daarvoor heb je toch echt meer contacten en ervaring op het kamp nodig, iets wat ons niet lukt naast ons gewone werk. Op dit moment houden we het dus maar bij kleinschalige hulp en vooral vriendschap. Dus deze week zullen we een tweedehands deur brengen, en een deurpost laten maken door een klusjes man van het kamp. Dan zal het weliswaar naar onze maatstaven nog steeds verre van ideaal zijn, maar hopelijk goed genoeg om de winter door te komen.
Reactie plaatsen
Reacties